Dit lexicon bevat een korte uitleg van trefwoorden die we in onze trajecten vaak gebruiken. Wij blijven deze lijst aanvullen, dus als je enkele trefwoorden mist, aarzel niet om ons even te contacteren.
De meeste begrippen uit dit register komen uit het boek Rond Leiderschap. Wij danken de uitgeverij voor haar toestemming. Dit boek kan je rechtstreeks bestellen bij uitgeverij Academia Press (https://www.academiapress.be/nl/producten/leidinggeven-coachen/rond-leiderschap)
Constructieve feedback
Een vorm van mondelinge feedback, waarbij op een vriendelijke manier suggesties en tips ter verbetering worden gedaan.
Bron tekst: Rond Leiderschap
Contingentietheorie
De onderzoekstraditie die nagaat of de stijl van leidinggeven afhangt van de situatie.
Bron tekst: Rond Leiderschap
Cost/benefitmatrix
Dit is een voorstelling in vier kwadranten waarmee de kosten en baten van ideeën of voorstellen worden afgewogen. Het idee is gebaseerd op “the boston box” van de Boston Consulting Group uit de jaren 70.
Bron tekst: Rond Leiderschap
Destructief leiderschap
Meestal autoritair of wantrouwend leiderschap met heel nefaste gevolgen op de productiviteit, de loyaliteit en de gezondheid van mensen. Typisch gedrag zijn voortdurende kritiek, denigrerende opmerkingen, verbaal geweld en boosheid, misbruik van de hiërarchische positie en soms ook pestgedrag.
Bron tekst: Rond Leiderschap
Directief leiderschap
Deze stijl is de dominantste van beiden. Een leidinggevende die deze stijl vaak hanteert streeft (in de ogen van anderen?) op een competitieve manier persoonlijk succes na. Zij/hij controleren en corrigeren hun medewerkers op een actieve manier en refereren vaak naar normen en regels.
Bij deze stijl horen volgende kernbegrippen:
- streven naar het bereiken van haar/zijn doelstelling
- erg resultaatgericht
- met de eigen carrière bezig; gericht op (persoonlijk) succes
- gehoorzaamheid willen/eisen
Doeloriëntatie
De manier waarop mensen tegen doelstellingen aankijken. De huidige stand van het onderzoek laat zien dat er vijf soorten doeloriëntatie zijn. Een leeroriëntatie biedt de meeste garanties op leren, goed presteren en openstaan voor feedback.
Bron tekst: Rond Leiderschap
Emotioneel en rationeel scoren
Een groep heeft een aantal ideeën gegeneerd. Het kiezen van het beste idee door deze ideeën enerzijds emotioneel (welk gevoel? enthousiast?) te scoren en vervolgens ook rationeel (haalbaar? realistisch?), noemt men emotioneel en rationeel scoren.
Bron tekst: Rond Leiderschap
Evidence based (EB) management
Een methode om het beleid en de beslissingen te baseren op feiten en bevindingen uit experimenten, in plaats van zich te vertrouwen op het eigen (onvermijdelijk) vervormde oordeel en geloof. Ook het raadplegen van gerepliceerde wetenschappelijke literatuur behoort tot een goede EB-praktijk.
Bron tekst: Rond Leiderschap
Extrinsieke doelen
Doelen waarbij de nadruk gelegd wordt op de te verwerven externe beloning zoals extra geld, status, macht of een promotiekans. Extrinsieke doelstellingen werken op langere termijn minder goed dan intrinsieke doelstellingen.
Bron tekst: Rond Leiderschap
Extrinsieke motivatie
Motivatie die niet uit het plezier aan de activiteit zelf is ontstaan. Valt uiteen in (extern) gecontroleerde motivatie en geïnternaliseerde extrinsieke motivatie. Gecontroleerde extrinsieke motivatie is de zwakste vorm van motivatie die in sommige gevallen tot amotivatie kan leiden.
Bron tekst: Rond Leiderschap