Onze coalitionele (of groeps-)psychologie maakt dat we ons automatisch willen aansluiten (fysiek of mentaal) bij een groep. Dit kon voor onze voorouders de stam zijn, die fysieke bescherming bood en hielp om taken te verdelen. Die in oorsprong fysieke oorsprong voor de mens als sociale soort is gaandeweg uitgebreid naar virtuele in-en outgroepen. Je kan het zo gek niet bedenken of mensen rekenen zich tot een bepaalde groep: sekse, huidskleur, regio, voetbalclub, nationaliteit, vlag, religieuze overtuiging, politieke overtuiging... Helaas stelt zich ook een gigantisch probleem met deze natuurlijke aanleg om sociaal te zijn en ons aan te sluiten bij groepen: we vinden onze eigen groep(en) al gauw superieur aan die van anderen. De andere groep kan worden beschimpt, zelfs bekampt en gedood. Het bindingshormoon oxytocine doet ons 'warme' gevoelens hebben voor de eigen groep, maar verhoogt onze agressieve gevoelens tegenover de outgroup. In een moderne organisatie levert dit tal van problemen op. Silodenken, ongezonde interne competitie, focus op eigen doelen en KPI's enz. Bedrijven maken - vermoedelijk ongewild - heel wat fouten waardoor ze die coalitionele psychologie aanspreken en samenwerking in de grote groep verhinderen. De spreker start van onze evolutionaire roots en vertaalt deze naar relevante thema’s voor de werking van een groot bedrijf. Zowel leiderschap als systemen (structuur, beloningssystemen...) worden besproken en waar nodig desnoods fel bekritiseerd. Food for thought, niet voor watjes!