Eerst en vooral: een mening hebben is niet hetzelfde als kritisch denken. Zoals onderwijswetenschapper Tim Surma zo mooi stelde in een interview in De Morgen: “Kritisch denken zonder achtergrondkennis is in wezen gewoon lastig doen.” Als we het bij PerCo over kritisch denken hebben, bedoelen we het soort critical thinking dat helpt om de juiste vragen te stellen en de meest onderbouwde antwoorden te vinden.
Het is geen toeval dat Critical thinking@work een van de vier grote hoofdstukken is van onze meerdaagse masterclass Science@work. Twijfel je bijvoorbeeld over de validiteit van een populaire testmethodiek of training, dan is een kritische ingesteldheid een onmisbaar hulpmiddel. Helaas zijn er heel wat valkuilen die kritisch denken in de weg staan.
In deze blog bespreken we er enkele van, en wel aan de hand van de zeer wetenschappelijke onderzoeksvraag ‘Kruipt er begin december een man met een lange, witte baard door de schoorsteen om brave kinderen cadeautjes te brengen?’
Cognitieve dissonantie
“Maar wie eet dan die wortels op?”
Hoewel mensen over het algemeen graag nieuwe dingen leren, vinden we het niet leuk als blijkt dat iets dat we altijd al geloofden niet klopt. Hetzelfde geldt voor dingen die we heel graag willen geloven. Misschien herinner je je nog wel hoe het voelde toen je ontdekte dat die man op wiens schoot je had gezeten in het winkelcentrum niet degene was die je die BMX cadeau deed en dat die wortels in je schoen de dag erop gewoon in de soep belandden? En wat met al die brieven die je schreef aan de goedheiligman?
Deze interne strijd tussen kennis en overtuigingen noemen we cognitieve dissonantie. Omdat het zo’n onaangenaam gevoel is, ontwikkelden we verdedigingsmechanismen om hiermee om te gaan. Een zeer populaire techniek is het onderuithalen van de boodschapper(s). Ga maar eens grasduinen in de eerder vermelde reacties op nieuwsberichten voor praktijkvoorbeelden.
Cognitieve dissonantie staat onze groei als kritische denker erg in de weg, wat nog eens versterkt wordt door het feit dat wat we geloven heel vaak niet strookt met de realiteit. Op www.gapminder.org kan je zelf vragen beantwoorden over grote wereldvraagstukken. Je krijgt meteen te lezen of je het goed had én hoeveel mensen het bij het verkeerde eind hadden. Zo ontdek je al snel hoe vaak ons wereldbeeld niet overeenkomt met de feiten en cijfers. Misschien meteen interessant om te onderzoeken welke verdedigingsmechanismen je voelt opkomen wanneer je het weer bij het verkeerde eind blijkt te hebben?
Platonisch idealisme
“Maar mijn ouders zeiden dat hij bestaat en die zouden toch nooit tegen me liegen?”
Onze eigen ideeën staan in de weg van een objectieve waarneming. Zoals Plato betoogde met zijn beroemde allegorie van de grot, zou dat wat we waarnemen slechts een onvolmaakte projectie van onze eigen gedachten zijn. Natuurlijk willen we graag geloven dat iedereen in essentie goed is en dat elke werknemer met de juiste trainingen een topmedewerker kan worden, maar dat maakt het nog niet waar.
We geloven graag dat een methode of training goed is, omdat mensen die we als betrouwbaar (willen) zien, ons dat vertellen. Wij bij PerCo zullen je nooit vragen om ons zomaar te geloven, gewoon omdat we consultants zijn. Daarom baseren we onze werking ook op wetenschappelijk bewijs. En zelfs die wetenschap is onderhevig aan veranderingen en nieuwe inzichten…
Wat men ‘evidence’ noemt, is dat niet altijd. Probeer altijd verder te kijken, naar de kwaliteit van het zogenaamde bewijs of de geraadpleegde informatiebronnen. De PerCo-medewerkers met kinderen hebben heel wat boeken in de kast staan waarin staat dat Sinterklaas bestaat, maar dat wil niet zeggen dat we elk moment hoefgetrappel op ons dak verwachten… Helaas horen heel wat populaire management- en HR-boeken ook eerder thuis op het schap met mooie verhaaltjes voor het slapengaan.
Het Forer-effect
“Maar Sinterklaas zegt dat ik braaf ben geweest en ik ben toch ook braaf!”
We schrijven 1948. De Amerikaanse psycholoog Bertram Forer laat zijn studenten een persoonlijkheidstest uitvoeren en bezorgt hen dan een tekst met hun persoonlijkheidsanalyse. Vervolgens moeten de studenten deze tekst beoordelen op waarheidsgehalte. Hun gemiddelde score bedraagt 4,26 op 5. Groot is echter hun verrassing wanneer blijkt dat die zogenaamde analyse niet meer is dan een samenraapsel van horoscoopteksten en dat elke student, ongeacht diens testresultaten, dezelfde tekst ontving.
Het experiment werd sindsdien vele male herhaald, telkens met een gelijkaardig resultaat. Het gaat om zo’n vage tekst, dat het op iedereen wel van toepassing is. Bovendien staan er vooral positieve dingen in, waardoor we willen dat dit klopt. Net zoals veel mensen willen geloven in hun horoscoop en we als kind graag geloofden dat we die cadeautjes van de goede lieve Sint kregen omdat we zo braaf waren.
Het gevoelsargument
“Maar het is zo leuk om Sinterklaasliedjes te zingen.”
Niet iedereen hecht evenveel belang aan ratio, en dat hoeft ook niet. Maar wees gerust: wetenschap hoeft gevoel niet in de weg te staan. Emotie is niet het tegenovergestelde van ratio. Het tegenovergestelde van rationeel is irrationeel. Onze gevoelens kunnen we nooit uitschakelen – en dat is maar goed ook. Kennis staat schoonheid niet in de weg. Het is niet omdat je de fysica achter het Noorderlicht kent, dat je er niet meer van kan genieten. Het is niet omdat je weet dat Sinterklaas niet bestaat, dat je niet geniet van de blik in de ogen van je kinderen wanneer ze hun brieven schrijven of cadeautjes openmaken.
Bronnen en leestips
A skeptic’s HR dictionary – Patrick Vermeren
Feitenkennis – Hans Rosling
Hoe verander je een mening – David McRaney
Noise – Daniël Kahneman
Ons feilbare denken – Daniël Kahneman
Oogklepdenken – Ruben Mersch
Rationaliteit – Steven Pinker
Verlichting nu – Steven Pinker
Why everyone (else) is a hypocrite – Robert Kurzban