Leidinggeven, dat is het beste uit ‘je mensen’ halen. Vaak ligt de focus daarbij op targets, cijfers en deadlines, maar het kan net zo goed om creatieve resultaten draaien. Denk maar de filmwereld: als regisseur of crewlid is het wel zo handig om een goed beeld (pun intended) te hebben van hoe je mensen aanstuurt. Op vraag van VRT blikten PerCo en topregisseur Jan Matthys samen de coproductie ‘Aansturen op de set’ in. In deze blog ontdek je enkele inzichten uit deze opleiding. 1,2,3… actie!

Toen VRT naar PerCo stapte met de vraag om een meerdaagse leiderschapstraining te ontwikkelen voor haar regisseurs, DOP’s (Directors of Productions) en iedereen die anderen op de set moet aansturen, waren we meteen geïntrigeerd. Helaas hadden we zelf niet veel ervaring met televisiesets, maar we vonden via de mensen van de VRT een partner-in-crime in regisseur Jan Matthys, bekend van o.a. Katarakt, Aspe, De smaak van de Keyser en De bende van Wim.

“Enkele mensen bij de VRT bedachten dat het weleens een goed idee kon zijn om mij en Tom Speelman (PerCo-zaakvoerder en -consulent, nvdr) samen te brengen,” getuigt Jan Matthys. “Ze kregen gelijk. Al tijdens de eerste online meeting begonnen we spontaan ideeën te spuien. Er waren nog mensen in die meeting aanwezig, maar het leek wel een privéchat tussen Tom en mij. We besloten ons te richten op de verschillende vormen van leiderschap, en hoe je die op de set kan inzetten.

“Al snel werd duidelijk dat ik zelf heel erg aangetrokken ben tot een inspirerende leiderschapsstijl, maar dat deed ik puur intuïtief, mede vanuit mijn verleden als scoutsleider. Dankzij Tom ging er voor mij een nieuwe wereld open, en sta ik bewuster in mijn leiderschap. Samen maakten we een lijstje van alles wat je nodig hebt qua leiderschapsskills op de set, en Tom hing daar meteen de nodige wetenschappelijke kaders aan, zonder dat het ook maar een grammetje belerend of geforceerd aanvoelde.”

 

Take 1: creativiteit komt niet vanzelf

Sommigen zien een filmset als een plek waar creatieve mensen de hele dag door spontaan de meest briljante ingevingen krijgen en boven zichzelf uitstijgen om elke minuut van de dag een Oscarwaardige prestatie neer te zetten. De realiteit is vaak anders: creativiteit komt niet zomaar in je schoot vallen zoals de appel die op Newtons hoofd viel toen hij zijn inzichten rond zwaartekracht kreeg. Al in de middeleeuwen verwierpen mensen terecht het aloude idee dat creativiteit werd ingegeven door een of ander hoger wezen. In het oude Griekenland noemde men dit de ‘Daemon’.

Jan Van Eyck, zonder twijfel een van de grootheden van de Europese schilderkunst, haalde inspiratie uit de architectuur (1), Bach maakte ‘veranderingen’ op zijn eigen compositie in zijn beroemde Goldbergvariaties (2) en Picasso maakte zijn eigen reeksen van variaties op werken van grootmeesters uit de schilderkunst.

In 1960 kwam Donald T. Campbell met een van de eerste wetenschappelijke benaderingen van het fenomeen ‘creativiteit’ en formuleerde zijn BVSR-model. BVSR staat voor blind variation – selective retention. Hij onderscheidt twee grote stappen in het creatieve proces: eerst verzin je veel ideeën, zonder een oordeel te vellen, en vervolgens weerhoud je selectief de goede dingen. Robert Epstein, die het BVSR-model verder uitwerkte, zei hierover: “Creativiteit vereist een uitdaging om een stroom van nieuwe ideeën te starten, en vervolgens een manier om deze vast te leggen.”(3)

Creativiteit vereist een uitdaging om een stroom van nieuwe ideeën te starten, en vervolgens een manier om deze vast te leggen.

Robert Epstein

Darwin stelde reeds vast dat dit ook geldt voor natuurlijke selectie: de natuur is heel creatief met eerst een ‘blinde variatie’ van genen en vervolgens ‘selective retention’: evolutie door selectie van die genen die het nuttigst blijken voor overleving van de soort in kwestie. De natuur als grootste creatieve kracht, zowaar!

Als regisseur kan Jan Matthys in grote mate bijdragen aan een sfeer waarin mensen creatief kunnen en durven zijn. “In principe verlaat je als regisseur een shot pas als het wondertje heeft plaatsgevonden, als er iets bijzonders gebeurt. Dat kan iets heel kleins zijn, zoals een acteur die lichtjes afwijkt van zijn dialoog en de ander die daar passend op reageert. Of iets externs, zoals de wind die plots komt opzetten en een acteur die dat in zijn spel integreert. Dat durven, heeft met vertrouwen te maken, met een veilige omgeving die je als regisseur kan creëren. Ik nodig acteurs regelmatig uit om echt eens over the top te gaan, zodat ze voelen dat ze mogen experimenteren en fouten maken.

“Ik ben net terug van een verblijf van 2,5 maanden in Ierland, voor de opnames van twee afleveringen van de grote Netflixreeks Vikings: Valhalla. Daar heb ik veel zaken toegepast die ik leerde uit de samenwerking met Tom, en ik merk dat dat werkt, ook met mensen van over de hele wereld, die ik nooit eerder ontmoette. Ik zorg dat mensen voelen dat ze gezien en erkend worden, dat ze weten ik op hen reken en op hen vertrouw, maar ik probeer hen ook te inspireren en bij te sturen waar nodig.”

 

Take 2: knijpen werkt niet

Leiderschap op een set is vaak als een stuk zeep vasthouden: hoe harder je knijpt, hoe groter de kans dat het stuk zeep uit je hand schiet, over de vloer stuitert en een ongelukkige ten val brengt. Zo wordt de theateruitdrukking ‘break a leg’ wel heel letterlijk. Wees niet bang dat alles meteen in de ‘soap’ draait als je de teugels laat vieren, maar geef mensen de ruimte.

Aan de andere kant: creativiteit ontstaat niet wanneer je volledig ontspannen bent. Er moet een zekere mate van ‘arousal’, van opwinding zijn. Als leidinggevende is het mee jouw taak om een context te creëren die ergens tussen druk en ontspanning/loslaten zit. Zo komen mensen in een ‘flow’ of ‘in the zone’, een ietwat ouder concept dat wetenschapper Mihaly Csikszentmihalyi ooit introduceerde (4).

Zelf laat Jan dit deels afhangen van de mensen met wie hij werkt. “Stel dat je een scène wil filmen waarin iemand over een bananenschil struikelt. Een beginnend acteur zou ik dan heel coachend benaderen, uitleggen dat we het als kijker niet mogen voelen aankomen. Bij een ervaren rot durf ik het helemaal los te laten, die geef ik veel eigenaarschap. Als je mensen gelijkwaardig behandelt, blijft het voor iedereen leuk.

“Op de set van Vikings: Valhalla ontdekte ik dat je zelfs met een kind van negen jaar in alle gelijkwaardigheid kan werken. Deze jongen, Luke, een heel goede acteur, stuurde me nadien nog een tekening van een vikingschip met de tekst: Dear Jan, I loved working with you, thank you for making everything fun. Dat trof me, want net dat plezier, de playfulness, vind ik zeer belangrijk. Als ik samen met Tom de cursus ‘Aansturen op de set’ geef, maken we er ook altijd samen iets leuks van. Je merkt dan dat de deelnemers, die niet altijd veel verwachten van dergelijke opleidingen, daardoor al na vijf minuten helemaal mee zijn. Soms is het bijna een soort stand-upcomedyshow, die overigens steevast eindigt met een jodelsessie!”

“Natuurlijk heb ik als regisseur de verantwoordelijkheid om eindbeslissingen te nemen. Ik heb eraan moeten werken om echt ‘nee’ te zeggen, dat kon ik vroeger niet. Zo vroeg een acteur me onlangs nog om zelf scènes te mogen doen waarin hij in galop op zijn paard rijdt, terwijl we daarvoor niet verzekerd waren. Dan hoor ik mezelf nogal directief zeggen: ‘negative sir’, en gaan we verder. Dat kon ik vroeger niet, maar soms is het gewoon nodig voor de efficiëntie. Ondanks het feit dat het bij Vikings: Valhalla om grote, zware sets ging met zo’n 350 mensen waar ik rechtstreeks mee samenwerkte, waren we elke dag een halfuur te vroeg klaar. In Vlaanderen hebben producties vaak een veel kleiner budget, en is die efficiëntie nog belangrijker.”

Aansturen op de set: leiderschapslessen uit de filmindustrie

 

Take 3: Team spirit

Wie in de flow zit, is volledig betrokken bij wat hij doet, en richt al zijn energie en aandacht op het succesvol uitvoeren van zijn taken. Flow kan enkel ontstaan bij iemand die autonome motivatie (het komt uit jezelf) voelt. Uit modern-wetenschappelijke inzichten rond motivatie blijkt telkens weer dat mensen nood hebben aan autonomie (ik mag iets bijdragen), verbondenheid (ik hoor bij de groep) en competentie (ik doe dit goed). Bovendien hebben we een sterke nood aan het gevoel dat wat we doen zinvol is.

Als leider moet je ook stevig inzetten op relaties. Relatiemanagement is de meest duurzame voedingsbodem om het beste uit je mensen te halen. Zo ‘stort’ je als het ware op hun emotionele bankrekening alvorens je zelf iets van de rekening afhaalt. Jan Matthys gaat de avond voor de opnames vaak op café met zijn crew en acteurs. “Als je de groepsdynamiek kan aanwakkeren, creëer je een prettige, efficiënte en creatieve omgeving waarin wonderen kunnen plaatsvinden. Ik benader mensen altijd individueel: in plaats van hen samen te roepen en de groep toe te spreken, zal ik met de departementshoofden afzonderlijk meetings, wandelingen, koffies en zoomcalls inlassen. Als er een probleem is met een bepaalde acteur of crewlid, neem ik die er even tussenuit en gaan we samen een wandelingetje maken, in plaats van hem of haar in de groep te confronteren. Dat is arbeidsintensiever, maar zo kan je echt naar mensen luisteren en hen de informatie geven die ze nodig hebben, zonder hen te overladen.”

Ook als leider mag je je kwetsbaar opstellen, iets wat Jan zelf geleerd heeft. “In de cursus voor de VRT vertel ik over mijn eigen stommiteiten, dat werkt bevrijdend voor anderen. Maar ook op de set durf ik de laatste jaren kwetsbaar te zijn. Als ik een slechte ochtend heb, zeg ik dat gewoon tegen mijn crewleden, in plaats van de schijn op te houden. Vroeger vergeleek men de rol van regisseur weleens met die van de dirigent van een groot, klassiek orkest. Ik zie mezelf meer als de pianist van een jazzcombo, die aftelt en de anderen aanstuurt, maar zelf ook meespeelt. Je geeft aan wanneer mensen een solo mogen spelen, faciliteert en geeft ieder de kans om te shinen. Je stuurt dus wel aan, maar bepaalt het tempo eerder door deelname dan door het op te leggen.”

 

En… cut!

Wie een goede voedingsbodem voor creativiteit wil creëren, moet een mix van leiderschapsstijlen toepassen:

  • Een duidelijk framework en visie aanbieden = inspirerend leiderschap.
  • Autonomie geven aan mensen en participatie aanmoedigen = participatief leiderschap.
  • Individuele mensen coachen = coachend leiderschap.

Op zoek naar een leiderschapscursus op maat voor jouw bedrijf of sector? Klop eens vrijblijvend bij PerCo aan.

 

Bronnen

(1) Bart Van Loo, ‘De Bourgondiërs’

(2) Het titelblad van de Goldbergvariaties draagt het volgende opschrift: "Klavieroefening, bestaande uit een ARIA met verscheidene veranderingen voor klavecimbel met 2 manualen, gecomponeerd voor de liefhebbers ter verstrooiing van hun gemoed, door Johann Sebastian Bach."

(3) Robert Epstein, ‘Capturing creativity’ - https://www.researchgate.net/publication/5764778_Capturing_creativity (4) Mihaly Csikszentmihalyi, ‘Flow: The Psychology of Optimal Experience’

 

Wil je onze blogposts als eerste ontvangen en lezen?

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!